Richteren 8:34

SVEn de kinderen Israels dachten niet aan den HEERE, hun God, Die hen gered had van de hand van al hun vijanden van rondom.
WLCוְלֹ֤א זָֽכְרוּ֙ בְּנֵ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל אֶת־יְהוָ֖ה אֱלֹהֵיהֶ֑ם הַמַּצִּ֥יל אֹותָ֛ם מִיַּ֥ד כָּל־אֹיְבֵיהֶ֖ם מִסָּבִֽיב׃
Trans.wəlō’ zāḵərû bənê yiśərā’ēl ’eṯ-JHWH ’ĕlōhêhem hammaṣṣîl ’wōṯām mîyaḏ kāl-’ōyəḇêhem missāḇîḇ:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel)

Aantekeningen

En de kinderen Israels dachten niet aan den HEERE, hun God, Die hen gered had van de hand van al hun vijanden van rondom.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

לֹ֤א

niet

זָֽכְרוּ֙

dachten

בְּנֵ֣י

En de kinderen

יִשְׂרָאֵ֔ל

Israëls

אֶת־

Die hen

יְהוָ֖ה

aan den HEERE

אֱלֹהֵיהֶ֑ם

hun God

הַ

-

מַּצִּ֥יל

gered had

אוֹתָ֛ם

-

מִ

-

יַּ֥ד

van de hand

כָּל־

van al

אֹיְבֵיהֶ֖ם

hun vijanden

מִ

-

סָּבִֽיב

rondom


En de kinderen Israels dachten niet aan den HEERE, hun God, Die hen gered had van de hand van al hun vijanden van rondom.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!